DE LAATKOMER

‘Uw afspraak van elf uur is er.’ Paulette keek op het klokje onderaan rechts op haar computerscherm. Het was 11 uur 17. Haar afspraak van elf uur was dus ruim een kwartier te laat. Daar hield ze niet van. Ze bedankte de receptioniste en haakte de telefoon in. Daarna liep ze de trap af die uitkwam in de open ontvangstruimte van het softwarebedrijf waar ze sinds een paar weken aan de slag was als inkoopverantwoordelijke.

Halverwege de trap zag ze hem al staan. Hij stond met zijn rug naar haar toe en zat strak in een antracietgrijs pak met krijtstreepjes. Zijn donkerkleurige haar blonk van de gel en hij had brede schouders en een gespierd kontje.

‘Meneer Verbrugge.’ Hij draaide zich om toen ze zijn naam uitsprak en zijn whiskykleurige ogen leken zich onmiddellijk in de hare te boren. Ze liet er zich niet door van de wijs brengen. ‘U bent te laat.’ Het klonk berispend. ‘Ik hou niet van mensen die niet op tijd kunnen komen.’

Meneer Verbrugge had een stoppelbaard, wat hem in haar ogen woest aantrekkelijk maakte. Zijn handdruk voelde warm en stevig. Er was geen greintje schuldgevoel bij hem te bekennen. ‘Mevrouw De Zutter. Aangenaam.’

‘Komt u mee naar mijn bureau. U hebt nog exact…’ Ze wierp een blik op de reuzegrote wandklok in de ontvangstruimte. ‘… negenendertig minuten.’

Hij had nog steeds haar hand vast. ‘Ik heb een ander voorstel. Als u mij toestaat.’

Ze kneep haar ogen tot spleetjes en trok haar hand weg. Ze fronste haar voorhoofd. ‘Laat maar horen.’

‘Het is bijna middag. Laten we samen iets gaan eten. Ik hoorde bijvoorbeeld al veel goeds over dat hippe restaurant dat recent opende in het oude pand van Les Deux Etoiles.’

Ze reageerde niet onmiddellijk, vroeg zich af het wel een goed idee was om met een mogelijke nieuwe leverancier te gaan lunchen. Dat was in dit bedrijf ook helemaal niet de gewoonte. Maar als ze eerlijk was, dan prikkelde zijn voorstel onmiddellijk haar ondeugende kantje. En de gedachte aan een etentje met een niet onknappe man was ook best… fijn. Ook al was het een zakendiner.

‘Oké,’ zei ze en ze probeerde haar stem opzettelijk vlak te laten klinken. ‘Ik haal mijn handtas. Zo terug.’

Ze liep nog even langs de toiletten om haar make-up wat bij te werken en wat deo onder haar oksels te spuiten. En toen ze een paar minuten later opnieuw bij meneer Verbrugge in de ontvangstruimte stond, probeerde ze niet te laten merken dat ze diep in haar binnenste een klein beetje opgewonden was.

Waar het klassieke restaurant Les Deux Etoiles jarenlang zijn onderkomen had gevonden, bleek nu een hippe streetfoodbar gevestigd te zijn, luisterend naar de naam De Kleine Keuken. Het eten was er origineel en lekker, het kader stijlvol en strak, maar tegelijkertijd toch gezellig. Al tijdens het aperitief werd het zakelijke gedeelte van het diner met succes afgerond. Paulette was er tot dan prima in geslaagd om professioneel te blijven, zich niet te laten afleiden door het feit dat ze meneer Verbrugge – ze mocht ondertussen zijn voornaam Robert gebruiken – met de minuut aantrekkelijker vond. Zelfs de manier waarop hij een borrelnootje naar zijn mond bracht en daarna het achtergebleven zout op zijn lippen met zijn tong wegwerkte, was voldoende voor secondenlang concentratieverlies.